Orgelwerken
Opnieuw een redelijk kort orgelwerk.
Is dit stuk een onderdeel geweest van een groter werk, waarvan een deel verloren is gegaan? Hete is niet bekend. Het stuk zelf is pas ontdekt na het overlijden van Bach. Het kan ook zijn dat hij een bestaand werk heeft omgewerkt naar deze trio voor orgel. Hoe het ook zij, dit trio is bewaard gebleven.
Nederlandse Bachvereniging:
“In het geval van de Passacaglia in c klein is de genialiteit van
Bach in elk geval zonneklaar. Als variatiewerk overstijgt het alles wat Bach in
zijn jonge jaren gehoord kan hebben. Het ostinato, de telkens herhaalde baslijn
die het fundament van een passacaglia vormt, telt niet de gebruikelijke vier,
maar acht maten. Het werk bestaat niet uit de gebruikelijke vijf à zes, maar
uit twintig variaties. En de baslijn wordt na gedane zaken ook nog eens
gesplitst en opgevat als twee afzonderlijke thema’s die, vergezeld van een
derde thema, het materiaal vormen voor een ingenieuze fuga De vroegste kopie
van de Passacaglia werd gemaakt tussen 1706 en 1713 door Bachs oudere
broer Johann Christoph. Nu bracht Bach in 1705 een langdurig bezoek aan
Buxtehude, de man die hem wat variatiewerken betreft ongetwijfeld het meest
heeft beïnvloed. De conclusie ligt dus voor de hand dat Bach de Passacaglia kort
na terugkeer van zijn reis componeerde.”
Passacaglia in c klein - Reitze Smits
Passacaglia - Jos van der Kooy
Dit werk, heel kort van ruim anderhalve minuut, wordt door sommigen beschouwd als werk van de hand van Bach. Anderen denken dat het is van de hand van Gottfried August Homilius, die een aantal koraalwerken heeft geschreven. Het stuk nemen we toch op in het blog omdat we de BWV nummering volgen..
En totaal ander werk vandaag. Een vrij korte compositie. Er is over dit werk verder vrij weinig bekend. Ook hier wordt getwijfeld of het door Bach zelf is gecomponeerd, al is er een overeenkomst met het thema van BWV 589.
Bach onderzocht veel werk van medecomponisten in zijn tijd. Daar leerde hij van en hij gebruikte thema’s om nieuwe scheppingen het licht te doen zien. De fuga van vandaag wordt ook wel de “Fuga op een thema van Corelli” genoemd. Het thema van deze fuga is ontleend aan de Sonata da Chiesa opus 3 nr. 4 van Corelli (1689). Het is een combinatie van het vrolijke, levenslustige van Italiaanse oorsprong die een plek krijgt in de pure regels van de Duitse orgelmuziek van die dagen.
In tegenstelling tot BWV 542 de ‘grote fuga in g klein, nu dus de kleine fuga. Een fuga waar het plezier van af lijkt te spatten. Ook hier
zijn Italiaanse invloeden merkbaar. Deze fuga van Bach is voor veel andere componisten
de inspiratiebron geweest om op dit thema door te componeren.
'Kleine' Fuga in g klein - Dorien Schouten
"Little" Fugue, G minor - Elisabet Wimark
Fugue in G minor - Ton Koopman
Een zeer bekende fuga vandaag. Te eenvoudig om van Bach te zijn? Dat is een vraag die wordt opgeworpen. Maar het kan ook een feestelijke compositie zijn van de jonge Bach.
'Gigue' Fugue G-Major - Matthias Havinga
Fugue à la Gigue - Gerhard Gnann

Deze fuga is ook wel de fuga van de echo genoemd door organisten, die van meerdere klavieren gebruik maken bij het spelen van deze compositie. Ook bij dit stuk gaat men uit dat het is geschreven door de jonge Bach.
Fuga in c klein - Erwin Wiersinga
Vanaf nu volgen een achttal fuga’s. Op een thema van de
Italiaanse componist Giovanni Legrenzi heeft Bach (men denkt ook hier aan de
jonge Bach) deze fuga het licht doen zien.
Fugue in C minor - Gert van Hoef
De laatste fantasie is een onvoltooid werk van 12 maten. Het is dus erg kort. Op Internet breiden veel musici het uit met een eigen improvisatie. In het kader van dit blog heb ik er toch voor gekozen alleen het deel dat Bach componeerde te laten horen.
De derde fantasie. Door middel van deze compositie wilde Bach zich de Franse muziekstijl in die dagen eigen maken. Over het algemeen wordt aangenomen dat het stuk werd gecomponeerd tijdens de tijd in Weimar. Het Pièce d'orgue bestaat uit drie delen, respectievelijk très vitement, gravement en lentement (zeer snel, zwaar en langzaam). In het tweede deel gaan bijna letterlijk alle registers open.
Pièce d'Orgue - Leo van Doeselaar
Pièce d'orgue - Constance Taillard
De tweede fantasie.
Fantasia/Concerto G-dur - Minne Veldman
Fantasia in G Major - Ulf Norberg
Het is inmiddels een jaar geleden dat dit blog is gestart. Maar er is voldoende materiaal om nog langer door te gaan.
Na de Preludes komen nu een viertal Fantasieën. Bij de
eerste is het de vraag of deze wel in eerste instantie voor orgel is
geschreven. Sommigen zien er een transcriptie van een Concerto voor strijkers
in. Aangenomen wordt dat het werk in1707 is gecomponeerd.
Fantasia in C - Leo van Doeselaar
Fantasia C-Dur - Bram Brandemann
Fantasia in C-major - Michael Rexeis
De laatste korte prelude uit een serie van drie, BWV 567 – 569.
Prelude in a- minor - Liudmila Matsyura
Prélude en la mineur - Christian Ott
De tweede korte prelude uit een serie van drie, BWV 567 – 569.
Prelude G major - Kay Johannsen
Preludium in G - Laurens de Man
Praeludium in G - Hayo Boerema
Een heel kort werk vandaag, ruim 1 minuut. En ook hier zijn
de deskundigen niet overtuigd dat het werkelijk een werk van Bach is. Gedacht wordt
dat het ook gecomponeerd kan zijn door Johann Ludwig Krebs.
Prelude in C Major, BWV 567 · Marie-Claire Alain
Praeludium C-dur / C major - Ivan Sokol
Prelude (Toccata) en Fuga in (C of) E majeur, BWV 566, is
een orgelwerk dat Johann Sebastian Bach waarschijnlijk schreef tijdens zijn
vier maanden durende verblijf in Lübeck of later in de winter van 1705-1706.
Het bestaat uit vijf delen en is een vroeg werk. De compositorische vorm lijkt op die van
Praeludia van de Deens-Duitse componist Dieterich Buxtehude. Bach schreef ook
een getransponeerde versie van het stuk in C majeur (BWV 566a), voor orgels
gestemd in middentoonstemming, waarbij E majeur dissonant zou klinken vanwege
de stemming van het orgel (met een zeer scherpe Des). Moderne orgels of orgels
gestemd in een meer gelijkzwevende stemming hebben deze behoefte niet.
Toccata and Fugue in E Major - Balint Karosi
-----
Toccata and Fugue in C Major BWV 566a - Ulf Norberg
Het werk van Bach van vandaag zou zo maar eens het meest
bekende orgelwerk van deze componist kunnen zijn. Wellicht heeft de jonge Bach
dit werk gecomponeerd, mede onder invloed van zijn leermeester Georg Böhm. Mar
ook de invloed van Reincken wordt herkend. Hoe het ook zij, een virtuoos
orgelspel leverde deze compositie op. Het werk is door de tijd heen door
meerderen gebruikt. Tot aan de Phantom of the Opera toe.
Het is niet uitgesloten, dat Bach achteraf spijt heeft gehad van deze
compositie. Zijn biograaf Forkel noemde het jeugdige ‘klavierhuzarenstijl’.
Maar gelukkig is het stuk bewaard gebleven. Waarschijnlijk ging veel werk uit de jeugd van Bach verloren.
Toccata en Fuga in d klein - Leo van Doeselaar
Nederlandse Bachvereniging:
“Bachs voettocht in 1705 van Arnstadt naar Lübeck is een
bekende geschiedenis. We weten dat hij zijn verlof veel te lang rekte,
misschien wel om te solliciteren of te trouwen. En we mogen vermoeden dat hij
kwam leren van een van de grootste organisten: Dietrich Buxtehude. Bach
spiegelde enkele jaren later de atletische pedaalsolo in deze Toccata vast niet
toevallig aan Buxtehudes Prelude, BuxWV 137 - een werk dat we trouwens
alleen kennen uit Bachs kopie. Uiteraard zou Bach zichzelf niet zijn als hij zijn grote voorbeeld niet voorbij
zou streven: de solo is langer en complexer en daarbij verkent hij het hele
instrument. Het werk begint bovendien met een verbijsterende solo die alle
registers van het klavier aanraakt. Misschien testte Bach er nieuwe orgels mee,
zoals hij vaak deed in zijn Weimar-tijd? Hoe dan ook moet hij zijn publiek
ermee hebben geïmponeerd. Na zoveel vuurwerk in het begin laat Bach zijn
luisteraar allerminst met rust. Het eerste deel vliegt ervandoor met twee
aanstekelijke thema’s die elkaar afwisselen. Richting het slot graast Bach, nu
in mineur, nog eens alle octaven af. Ook in het tweede deel - een
uitgesponnen solo voor de rechterhand met continuobegeleiding van de andere
ledematen – zit de verrassing in het slot. Bach leeft zich in een 'grave' uit
in durezze: overlappende akkoordclusters in dissonante combinaties. Deze
techniek bloeide in Bachs tijd ook in Duitsland op, dankzij uitgaven van de
muziek van componist Frescobaldi. De uitgelaten afsluitende fuga is opmerkelijk
door z’n lengte en door de speelse combinatie van een springend thema met
‘gaten’ en een vloeiend tegenthema dat die gaten opvult, vrij uniek bij Bach.
Er bestaat geen bron in handschrift, waardoor we nooit zullen weten of Bach het
slotakkoord inderdaad zo kort bedoelde en het pedaal al een paar maten eerder
liet zwijgen. Deze curiositeit inspireert sommige organisten om alle registers
juist nog eens open te trekken. Deze uitvoering volgt echter een van de
vroegste kopieën naar een wat plots, stil besluit.”
Een kort werk ditmaal. Een compositie uit 1707, dus de periode in Arnstadt. Dus ook een werk uit zijn jeugd.
Fantasia et Imitatio in B minor - Ton Koopman
Fantasia con imitazione in B Minor - Ulf Norberg
Bij de te beluisteren gedeelten vandaag heb ik ook opgenomen het deel waar Peter Holder bij de uitvaart van Koningin Elisabeth van het Verenigd Koninkrijk de Fantasia speelt bij het verlaten van de kerk. Wel erg langzaam, het deel wat de meeste organisten spelen in 5 a 6 minuten, duurt dan bijna 8 minuten om daarna over te gaan op de Orgel Sonate van Elgar. Het was een lievelingsstuk van de overleden vorstin en het werd ook bij de uitvaart van haar zus gespeeld. De gespeelde fuga is een recontructie. Het originele document is helaas verloren gegaan. De Fantasie is geschreven in de tijd in Weimar. De meeste organisten die dit werk laten horen, gebruiken alleen het eerste deel.
Fantasia et Fuga in c - Andreas Fischer
Fantasia in c-moll - Gerben Budding
Fantasia in C minor - Peter Holder
Bij deze compositie is er ook twijfel of deze van Bach zou
zijn en de Fantasie doet onwillekeurig ook denken aan het werk van zijn zoon, Carl
Philipp Emanuel Bach. Hoe het ook zei, het wordt nog steeds aan Johann Sebastiaan
toegeschreven.
Fantasia and Fugue for organ in A minor - Ton Koopman
Fantasia and Fugue for organ in A minor - Denes Kapitany
Orgelwerken Opnieuw een redelijk kort orgelwerk. Fragment BWV 584 Trio in G Minor · Marie-Claire Trio in G Minor · Michel Chapuis Trio in G...