woensdag 26 november 2025

BWV 564 ‘Toccata, adagio en fuga in C groot’

Orgelwerken

Nederlandse Bachvereniging:
Bachs voettocht in 1705 van Arnstadt naar Lübeck is een bekende geschiedenis. We weten dat hij zijn verlof veel te lang rekte, misschien wel om te solliciteren of te trouwen. En we mogen vermoeden dat hij kwam leren van een van de grootste organisten: Dietrich Buxtehude. Bach spiegelde enkele jaren later de atletische pedaalsolo in deze Toccata vast niet toevallig aan Buxtehudes Prelude, BuxWV 137 - een werk dat we trouwens alleen kennen uit Bachs kopie. Uiteraard zou Bach zichzelf niet zijn als hij zijn grote voorbeeld niet voorbij zou streven: de solo is langer en complexer en daarbij verkent hij het hele instrument. Het werk begint bovendien met een verbijsterende solo die alle registers van het klavier aanraakt. Misschien testte Bach er nieuwe orgels mee, zoals hij vaak deed in zijn Weimar-tijd? Hoe dan ook moet hij zijn publiek ermee hebben geïmponeerd. Na zoveel vuurwerk in het begin laat Bach zijn luisteraar allerminst met rust. Het eerste deel vliegt ervandoor met twee aanstekelijke thema’s die elkaar afwisselen. Richting het slot graast Bach, nu in mineur, nog eens alle octaven af.  Ook in het tweede deel - een uitgesponnen solo voor de rechterhand met continuobegeleiding van de andere ledematen – zit de verrassing in het slot. Bach leeft zich in een 'grave' uit in durezze: overlappende akkoordclusters in dissonante combinaties. Deze techniek bloeide in Bachs tijd ook in Duitsland op, dankzij uitgaven van de muziek van componist Frescobaldi. De uitgelaten afsluitende fuga is opmerkelijk door z’n lengte en door de speelse combinatie van een springend thema met ‘gaten’ en een vloeiend tegenthema dat die gaten opvult, vrij uniek bij Bach. Er bestaat geen bron in handschrift, waardoor we nooit zullen weten of Bach het slotakkoord inderdaad zo kort bedoelde en het pedaal al een paar maten eerder liet zwijgen. Deze curiositeit inspireert sommige organisten om alle registers juist nog eens open te trekken. Deze uitvoering volgt echter een van de vroegste kopieën naar een wat plots, stil besluit.”


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

BWV 584 ‘Trio in g klein’

Orgelwerken Opnieuw een redelijk kort orgelwerk. Fragment BWV 584 Trio in G Minor · Marie-Claire Trio in G Minor · Michel Chapuis Trio in G...