Orgelwerken
Nederlandse Bachvereniging:
“Bach was een liefhebber van het duo prelude (of toccata) en fuga. In het
eerste deel kon hij zijn fantasie de vrije loop laten, om dan in het tweede
deel zijn compositietechnische hoogstandjes te tonen. Maar niet alle van een
BWV-nummer voorziene prelude-en-fugaparen zijn onbetwistbaar door Bach zelf
geschreven. Van de Prelude en fuga in d klein is de herkomst op z’n minst
dubieus. Zeker is wel dat aan de fuga het tweede deel van Bachs Sonate voor
viool solo, BWV 1001 uit 1720 ten grondslag ligt. Maar dat hoeft allerminst te
betekenen dat de componist ook verantwoordelijk is voor deze bewerking.
Verschillende onderzoekers benadrukken dat het op het lijf van de viool
geschreven origineel een noviteit was, waarin de grenzen van de instrumentale
mogelijkheden met groot virtuoos vertoon werden opgerekt. De bewerking is
volgens sommigen eigenlijk niet meer dan een braaf aftreksel daarvan. Niets
voor Bach om zoiets af te leveren, maar wellicht wel iets voor een van zijn
leerlingen. Organist Reitze Smits legt in het interview uit dat hij daar heel
anders over denkt. Volgens hem heeft Bach in de orgelversie pas zijn ware
bedoelingen met dit stuk prijs.”
Prelude and Fuge in D minor, BWV 539, Bram Brandemann


Geen opmerkingen:
Een reactie posten