zaterdag 29 november 2025

BWV 567 ‘Prelude in C majeur’

Orgelwerken

Een heel kort werk vandaag, ruim 1 minuut. En ook hier zijn de deskundigen niet overtuigd dat het werkelijk een werk van Bach is. Gedacht wordt dat het ook gecomponeerd kan zijn door Johann Ludwig Krebs. 

Fragment BWV 567

Prelude in C Major, BWV 567 · Marie-Claire Alain

Praeludium C-dur / C major - Ivan Sokol

Prelude In C · Simon Preston




 

vrijdag 28 november 2025

BWV 566 ‘Prelude (Toccata) en Fuga in (C of) E majeur’

Orgelwerken 

Prelude (Toccata) en Fuga in (C of) E majeur, BWV 566, is een orgelwerk dat Johann Sebastian Bach waarschijnlijk schreef tijdens zijn vier maanden durende verblijf in Lübeck of later in de winter van 1705-1706. Het bestaat uit vijf delen en is een vroeg werk.  De compositorische vorm lijkt op die van Praeludia van de Deens-Duitse componist Dieterich Buxtehude. Bach schreef ook een getransponeerde versie van het stuk in C majeur (BWV 566a), voor orgels gestemd in middentoonstemming, waarbij E majeur dissonant zou klinken vanwege de stemming van het orgel (met een zeer scherpe Des). Moderne orgels of orgels gestemd in een meer gelijkzwevende stemming hebben deze behoefte niet.


Fragment BWV 566

Toccata and Fugue in E Major - Balint Karosi

-----

Toccata and Fugue in C Major BWV 566a - Ulf Norberg





 

donderdag 27 november 2025

BWV 565 ‘Toccata en Fuga in d klein’

Orgelwerken

Het werk van Bach van vandaag zou zo maar eens het meest bekende orgelwerk van deze componist kunnen zijn. Wellicht heeft de jonge Bach dit werk gecomponeerd, mede onder invloed van zijn leermeester Georg Böhm. Mar ook de invloed van Reincken wordt herkend. Hoe het ook zij, een virtuoos orgelspel leverde deze compositie op. Het werk is door de tijd heen door meerderen gebruikt. Tot aan de Phantom of the Opera toe.
Het is niet uitgesloten, dat Bach achteraf spijt heeft gehad van deze compositie. Zijn biograaf Forkel noemde het jeugdige ‘klavierhuzarenstijl’. Maar gelukkig is het stuk bewaard gebleven. Waarschijnlijk ging veel werk uit de jeugd van Bach verloren.




 

woensdag 26 november 2025

BWV 564 ‘Toccata, adagio en fuga in C groot’

Orgelwerken

Nederlandse Bachvereniging:
Bachs voettocht in 1705 van Arnstadt naar Lübeck is een bekende geschiedenis. We weten dat hij zijn verlof veel te lang rekte, misschien wel om te solliciteren of te trouwen. En we mogen vermoeden dat hij kwam leren van een van de grootste organisten: Dietrich Buxtehude. Bach spiegelde enkele jaren later de atletische pedaalsolo in deze Toccata vast niet toevallig aan Buxtehudes Prelude, BuxWV 137 - een werk dat we trouwens alleen kennen uit Bachs kopie. Uiteraard zou Bach zichzelf niet zijn als hij zijn grote voorbeeld niet voorbij zou streven: de solo is langer en complexer en daarbij verkent hij het hele instrument. Het werk begint bovendien met een verbijsterende solo die alle registers van het klavier aanraakt. Misschien testte Bach er nieuwe orgels mee, zoals hij vaak deed in zijn Weimar-tijd? Hoe dan ook moet hij zijn publiek ermee hebben geïmponeerd. Na zoveel vuurwerk in het begin laat Bach zijn luisteraar allerminst met rust. Het eerste deel vliegt ervandoor met twee aanstekelijke thema’s die elkaar afwisselen. Richting het slot graast Bach, nu in mineur, nog eens alle octaven af.  Ook in het tweede deel - een uitgesponnen solo voor de rechterhand met continuobegeleiding van de andere ledematen – zit de verrassing in het slot. Bach leeft zich in een 'grave' uit in durezze: overlappende akkoordclusters in dissonante combinaties. Deze techniek bloeide in Bachs tijd ook in Duitsland op, dankzij uitgaven van de muziek van componist Frescobaldi. De uitgelaten afsluitende fuga is opmerkelijk door z’n lengte en door de speelse combinatie van een springend thema met ‘gaten’ en een vloeiend tegenthema dat die gaten opvult, vrij uniek bij Bach. Er bestaat geen bron in handschrift, waardoor we nooit zullen weten of Bach het slotakkoord inderdaad zo kort bedoelde en het pedaal al een paar maten eerder liet zwijgen. Deze curiositeit inspireert sommige organisten om alle registers juist nog eens open te trekken. Deze uitvoering volgt echter een van de vroegste kopieën naar een wat plots, stil besluit.”


 

dinsdag 25 november 2025

maandag 24 november 2025

BWV 562 ‘Fantasie en fuga in c klein’

Orgelwerken


Bij de te beluisteren gedeelten vandaag heb ik ook opgenomen het deel waar Peter Holder bij de uitvaart van Koningin Elisabeth van het Verenigd Koninkrijk de Fantasia speelt bij het verlaten van de kerk. Wel erg langzaam, het deel wat de meeste organisten spelen in 5 a 6 minuten, duurt dan bijna 8 minuten om daarna over te gaan op de Orgel Sonate van Elgar. Het was een lievelingsstuk van de overleden vorstin en het werd ook bij de uitvaart van haar zus gespeeld.  De gespeelde fuga is een recontructie. Het originele document is helaas verloren gegaan. De Fantasie is geschreven in de tijd in Weimar. De meeste organisten die dit werk laten horen, gebruiken alleen het eerste deel.

Fragment BWV 562

Fantasia et Fuga in c - Andreas Fischer

Fantasia in c-moll - Gerben Budding

Fantasia in C minor - Peter Holder



 


 

zondag 23 november 2025

BWV 561 ‘Fantasie en fuga in a klein’

Orgelwerken


 

Bij deze compositie is er ook twijfel of deze van Bach zou zijn en de Fantasie doet onwillekeurig ook denken aan het werk van zijn zoon, Carl Philipp Emanuel Bach. Hoe het ook zei, het wordt nog steeds aan Johann Sebastiaan toegeschreven.


Fragment BWV 561

Fantasia and Fugue for organ in A minor - Ton Koopman

Fantasia and Fugue for organ in A minor - Denes Kapitany



zaterdag 22 november 2025

BWV 560 ‘Preludium en fuga in Bes groot’

Orgelwerken


De laatste van de acht kleine preludes en fuga’s.  Prelude en fuga werden zeer waarschijnlijk 10 jaar na elkaar gecomponeerd. Bij de fuga wordt opgemerkt dat deze de invloed van Händels Concerti grossi vertoont.

Fragment BWV 560

Preludium & Fuge in B-dur - Sander van den Houten

Prelude and Fugue in B Flat Major - Paul Fey




 

zaterdag 15 november 2025

BWV 553 ‘Prelude en Fuga in C groot’

Orgelwerken


Vandaag maken we een begin met de 8 kleine preludes en fuga’s. De acht kleine preludes en fuga's worden vaak gespeeld in kerkdiensten. Dat komt deels door hun lengte (elk ongeveer drie minuten) en deels doordat ze in vergelijking met andere preludes en fuga's van Bach relatief eenvoudig te spelen zijn. Veel organisten hebben enkele of alle kleine preludes en fuga's tijdens hun opleiding moeten bestuderen.
In volgorde van BWV zijn dit de acht stukken:
Prelude en Fuga in C majeur (BWV 553)
Prelude en Fuga in d mineur (BWV 554)
Prelude en Fuga in e mineur (BWV 555)
Prelude en Fuga in F majeur (BWV 556)
Prelude en Fuga in G majeur (BWV 557)
Prelude en Fuga in g mineur (BWV 558)
Prelude en Fuga in a mineur (BWV 559)
Prelude en Fuga in Bes majeur (BWV 560)
Het is de vraag of deze preludes en fuga’s echt van Bach zelf zijn, of van één van zijn leerlingen. Een aantal deskundigen schrijven deze werken toe aan een leerling van Bach, Johann Tobias Krebs. Maar zeker is ook dit niet.  Omdat ze toch een BWV nummer hebben gekregen, nemen we de werken ook in dit blog mee.

Fragment BWV 553

Preludium & Fuge in C-dur - Sander van den Houten 

Prelude and Fugue in C major - Anne-Isabelle de Parcevaux






 


 

vrijdag 14 november 2025

BWV 552 ‘Prelude en fuga in Es groot’

Orgelwerken


Een stuk gewijd aan de Drieëenheid en begin en eind van Bach’s Clavier-Übung III. Eerst zou het ergens midden in de Übung worden geplaatst, maar Bach plaatste de prelude aan het begin en de fuga aan het slot. Het is zeer waarschijnlijk dat prelude en fuga als één werk zijn gecomponeerd, gelet op de overeenkomsten. In Clavier-Übung III neemt het getal 3 een nadrukkelijke plaats in, dus de verwijzing naar de Drieëenheid is duidelijk aanwezig.

Fragment BWV 552

Prelude en fuga in Es groot - Leo van Doeselaar

'St Anne' Prelude & Fugue at St Martin's Dudelange Richard McVeigh

 


 

donderdag 13 november 2025

BWV 551 ‘Prelude en fuga in a klein’

Orgelwerken


Bram Brandemann:
BWV 551 is ongetwijfeld één van de allervroegste orgelwerken van Bach, en duidelijk geïnspireerd op het werk van Buxtehude. Dat is niet verwonderlijk, gezien het bezoek van Bach aan Lübeck. Musicologisch wordt dit werk wel als 'onbeholpen' gezien, met name vanwege het nog niet doorontwikkelde contrapunt. Ik zie het anders: in dit jonge werk vinden we een enorme muzikale drive, virtuoos pedaalspel, briljante vondsten en het kán niet anders, dan dat iedereen die Bach dit heeft horen spelen diep onder de indruk is geweest van deze jonge meester in wording!
Fragment BWV 551




 

woensdag 12 november 2025

BWV 550 ‘Prelude en fuga in G groot’

Orgelwerken


Nederlandse Bachvereniging:
In een aantal van de vroegste bronnen voor deze uitbundige prelude en fuga wordt het eerste deel omschreven als een “praeludio in G-dur con pedal” dan wel een “praeludio pedaliter”. Nou is het gebruik van pedalen – de ‘toetsen’ van het orgel die met de voeten bediend worden – in een orgelstuk in Bachs tijd op zich niet echt bijzonder. De toevoeging lijkt op het eerste gezicht gewoon een handig achttiende-eeuws etiketje (let op: alleen speelbaar op orgels met pedalen!). Maar bij het luisteren volgt na twaalf maten een aha-erlebnis; je hoort een lange en bewegelijke pedaalsolo. Die vereist niet alleen meer dan een tweederangs dorpsorganist, maar ook meer dan een tweederangs dorpsorgel. De omvang van de solo beslaat meer dan twee octaven (van lage c tot hoge d), en dat was nog allerminst de norm destijds! Het orgel van de Grote of Sint-Bavokerk in Haarlem heeft zo’n omvangrijk pedaal, het heeft twee ‘pedaaltorens’, met pijpen van bijna 11 meter lang. Een logische keus dus van organist Matthias Havinga om dit stuk op dit instrument  te spelen. In de rest van het stuk, zowel in de prelude als in de fuga, zijn de voeten dan ook gelijkwaardig met de handen. Het pedaal wordt door het hele stuk heen in zijn volle omvang gebruikt. Er komt er zelfs nog één noot bovenop de hoogste noot van de solo. Het thema van de fuga is al even uitbundig als dat van de prelude en is gebaseerd op vergelijkbare motieven. Zonder al te gecompliceerde uitwijkingen naar verre toonsoorten beweegt de fuga zich vervolgens als een opgewekt barok perpetuum mobile richting het slot. En vlak voor dat slot gaan de voeten, met de handen in het kielzog, nog één keer van laag naar hoog en weer terug over de pedalen. Pedaliter inderdaad: punt gemaakt.

Fragment BWV 550




 

dinsdag 11 november 2025

BWV 549 ‘Prelude en fuga in c klein’

Orgelwerken


Deze prelude en fuga behoort tot het vroege werk van Bach. Hij heeft het waarschijnlijk in Arnstadt in 1706 geschreven. In met name de prelude wordt nadrukkelijk van het pedaal gebruik gemaakt.  Invloeden van meerdere componisten zijn in dit werk hoorbaar, met name ook Buxtehude, die hij in Lübeck bezocht.

Fragment BWV 549



St. Wenzel Hildebrandt-Orgel Naumburg





 

maandag 10 november 2025

BWV 548 ‘Prelude en fuga in e klein’

Orgelwerken


Het werk van vandaag is een moeilijk, complex werk. Het stuk is bij velen geliefd. Het stuk is ontstaan tussen 1727 en 1731, dus de periode in Leipzig. Het is niet uitgesloten daat Bach dit werk heeft uitgevoerd op het orgel van de Paulinerkirche in Leipzig. Een orgel dat door hem ook is gekeurd toen het was gebouwd door Johann Scheibe. Een groot orgel, waarop dit werk zeker tot zijn recht kwam. Dit instrument van Scheibe was met zijn 53 registers, drie manualen en pedaal een van de grootste en mooiste orgels van Duitsland in die tijd.
 
Fragment BWV 548



Ook als kamermuziek is de prelude te beluisteren in een uitvoering van het 
Ensemble AUX PIEDS DU ROY




Orgel van de Paulinerkerk rond 1720.


zondag 9 november 2025

zaterdag 8 november 2025

BWV 546 ‘Prelude en fuga in c klein’

Orgelwerken


Nederlandse Bachvereniging:
““De liefde voor de muziek groeide bij mij met de jaren en zorgde ervoor dat velen mijn ouders wilden overtuigen mij geheel aan de toonkunst over te geven. Mijn eigen voorliefde en andere middelen leken alle tevergeefs. Toen ik ouder werd en ertoe in staat was, moest ik in hun zaak de handen uit de mouwen steken. Hoewel ik mij bekwaamde zoals mijn ouders wilden, was ik toch niet van zins mijn kleine beetje muziek aan de kant te zetten. Uiteindelijk boog mijn voorliefde de wil van mijn ouders om. Ze besloten mij de muziek als vak te laten leren.” Dit verhaal zal veel beroepsmusici bekend in de oren klinken. Het is niet kruidenierszoon Ton Koopman die hier aan het woord is, het zijn de woorden van Johann Peter Kellner (1705-1754). Hij groeide op en werkte zijn hele leven in midden-Duitsland. Daar leerde hij ook Bach kennen, die hij zeer bewonderde. Het is dankzij leerlingen en bewonderaars zoals Kellner dat veel muziek van Bach überhaupt bewaard is gebleven. Ook het belangrijkste manuscript voor deze Prelude in fuga in c klein is van Kellners hand. Maar zoals wel vaker met muziek die we niet in Bachs eigen handschrift hebben, leidt dat ook tot vragen. Over het monumentale preludium is iedereen het eens: dat is 100% Bach. Het vormt een stilistische en thematische eenheid. Over de fuga lopen de meningen wat uiteen: dat middendeel waarin het thema verdwijnt (en waar zelfs al het contrapunt even verdampt), is dat wel van Bach? Zou Kellner aan de fuga hebben gesleuteld? Of zou de fuga zelfs helemaal van hem zijn? In ieder geval had hij wel een Bachiaans improvisatievermogen.”

BWV 584 ‘Trio in g klein’

Orgelwerken Opnieuw een redelijk kort orgelwerk. Fragment BWV 584 Trio in G Minor · Marie-Claire Trio in G Minor · Michel Chapuis Trio in G...