Orgelwerken
Nederlandse
Bachvereniging:
“Toen in 1711 in Amsterdam Vivaldi’s bundel L’estro
armonico met revolutionaire nieuwe concerti verscheen, kreeg Bach die
niet lang daarna onder ogen. Waarschijnlijk leerde hij de bundel kennen via
prins Johann Ernst, de jonge neef van zijn werkgever hertog Wilhelm Ernst van
Weimar. Deze prins was een leerling van Bach en veelbelovend als musicus en
componist. Tussen 1711 en 1713 studeerde hij aan de universiteit van Utrecht en
bij terugkeer naar Weimar nam hij een aanzienlijke hoeveelheid nieuwe muziek
mee. Bach, die als organist en kamermusicus in dienst was van de hertog,
bewerkte zes van de twaalf concerti uit L’estro armonico voor
verschillende bezettingen. Het driedelige Concert in a klein voor
twee violen, strijkers en basso continuo werkte hij om voor orgel solo. Voor Bach was het maken van zo’n bewerking of transcriptie
een uitgelezen manier om door te dringen tot de essentie van wat hij volgens
zijn biograaf Forkel beschouwde als een nieuwe manier van ‘muzikaal denken’.
Vivaldi’s concerti munten uit in het samengaan van een uitgekiende korte- en
langetermijnstrategie: stuwende ritmes en pakkende melodische lijnen worden
onderbouwd door een hechte structuur maar voorzien van een opvallend contrast
tussen tutti- en sologedeeltes.”
Concert in a klein - Reitze Smits
Concert in a klein - Paul De Maeyer



Geen opmerkingen:
Een reactie posten