donderdag 6 februari 2025

BWV 272 Befiehl Du Deine Wege

 

BWV 272 Befiehl Du Deine Wege (in d klein)

Weer hetzelfde lied als bij BWV 270 en BWV 271, maar nu met gebruikmaking van de melodie van Bartholomäus Gesius.

Deze zetting is een van de zes die worden toegeschreven aan Carl Philipp Emanuel Bach in het Fasch-manuscript uit 1762, een bron die in 1943 verloren ging en in 2001 werd teruggevonden. Alleen dit koraal en BWV 145a van die zes zettingen vonden hun weg naar de Birnstiel-collectie van Bach-koralen die voor het eerst een paar jaar na het Fasch-manuscript werden gepubliceerd, en de twee zettingen bleven in de collectie toen Breitkopf ze in de jaren 1780 publiceerde.






Befiehl du deine Wege,
Und was dein Herze kränkt,
Der allertreusten Pflege
Des, der den Himmel lenkt.
Der Wolken, Luft und Winden
Gibt Wege, Lauf und Bahn,
Der wird auch Wege finden,
Da dein Fuss gehen kann.

Bartholomäus Gesius (ook: Göß, Gese, ca. 1562 – 1613) was een Duitse theoloog, kerkmusicus, componist en hymneschrijver. Hij werkte in Schloss Muskau en in Frankfurt (Oder) en is bekend om zijn koorpassies in het Duits en Latijn en om de melodie en eerste zetting van het paaslied "Heut triumphieret Gottes Sohn", dat werd gebruikt in verschillende composities, waaronder een cantate van Dieterich Buxtehude en een koraalpreludium van Johann Sebastian Bach (BWV 630), waarmee het paasgedeelte van zijn Orgelbüchlein werd afgesloten. Gesius werd geboren in Müncheberg en studeerde theologie tussen 1578 en 1585 aan de Alma Mater Viadrina in Frankfurt (Oder). Vanaf 1582 werkte hij als Kantor (kerkmusicus) in Müncheberg en vanaf 1587 als leraar en musicus aan Schloss Muskau (nu Werelderfgoed). In 1588 begon hij met het componeren van een Passie naar het Evangelie van Johannes in het Duits, een Johannespassie voor vijfstemmig koor. In het voorjaar van 1593 werd Gesius Kantor aan de Marienkirche in Frankfurt (Oder) en tegelijkertijd leraar aan de Ratsschule, het huidige Karl-Liebknecht-Gymnasium. In 1613 componeerde hij een zesstemmige Matthäuspassie in het Latijn. Hij stierf datzelfde jaar in Frankfurt (Oder) aan de pest.

Van https://www.liedboekcompendium.nl/:
"Bartholomäus Gesius was een Duitse cantor en componist, die in onze streken met name bekend is geworden om zijn melodie bij het paaslied ‘Heut triumphiret Gottes Sohn’ (Liedboek 622). Van 1578 tot 1585 studeert hij theologie te Frankfurt an der Oder, waar hij tegelijkertijd muzikaal geschoold wordt door de cantor van de Marienkirche. In 1582 onderbreekt hij deze studie om een jaar te werken als cantor te Müncheberg. Na het afronden van zijn studie werkt hij vanaf 1587 als leraar en hofmusicus op Slot Muskau, waar hij gedichten van Hans Georg Freiherr von Schönaich zu Muskau toonzet. Schönaich zu Muskau hangt de gereformeerde godsdienst aan en hierdoor leert Gesius het Geneefs Psalter kennen. De Geneefse psalmmelodieën zullen van invloed zijn op de kerkliedmelodieën die hij  gaat componeren. In 1593 keert Gesius terug naar Frankfurt, waar hij cantor wordt aan de Marienkirche en leraar aan de plaatselijke Ratsschule. In Frankfurt leert hij de dichters Jakob Ebert, Bartholomäus Ringwaldt en mogelijk ook Kaspar Stolzhagen kennen. Gesius schreef naast vele liedmelodieën ook een Magnificat, missen en passies. Zijn kerkliedmelodieën werden opgenomen in verschillende liedbundels uit die tijd, waaronder Psalmodia choralis (Frankfurt an der Oder 1600). Bundels waarvan hij zelf de uitgave verzorgde, zijn Geistliche Deutsche Lieder D. Mart. Lutheri Und anderer frommen Christen (Frankfurt an der Oder 1601), Enchiridium etlicher deutscher und lateinischer Gesänge (Frankfurt an der Oder 1603) en Cantiones sacrae chorales (Frankfurt an der Oder 1610). In 1613 schreef hij zijn zesstemmige Matthäus Passion. In de zomer van datzelfde jaar overleed hij, toen door een pestepidemie een kwart van de bevolking van Frankfurt werd uitgeroeid."


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

BWV 404 ‘O Traurigkeit, o Herzeleid’

BWV 404  ‘O Traurigkeit, o Herzeleid’ (in A mineur) Tekst :                        Vs 1 Friedrich Spee (1628),                              ...