woensdag 19 februari 2025

BWV 285 Da der Herr Christ zu Tische sass

BWV 285 Da der Herr Christ zu Tische sass (in c klein)

Tekst: Nikolaus Herman (Voor een beschrijving van Nikolaus Herman, zie BWV 266 op 31-1-2025) Melodie: Görlitz 1611
"Da der Herr Christ zu Tische saß" ("Toen de Heer Christus aan tafel zat") is een christelijke hymne die verband houdt met het lijden van Jezus. De tekst van 28 strofen werd geschreven door Nikolaus Herman en voor het eerst gepubliceerd in 1560. Later componeerde Johann Sebastian Bach de vierstemmige zetting, BWV 285.
Herman schreef "Da der Herr Christ zu Tische saß" als een tekst in 28 strofen van elk zes regels, die het lijden van Jezus weerspiegelen. De hymne begint met een verwijzing naar het Laatste Avondmaal en vervolgt met de oproep om altijd de dood en het bittere lijden te gedenken ("Tod und bitter Leiden"). De hymnoloog Philipp Wackernagel merkt in zijn bibliografie over de geschiedenis van Duitse hymnen uit de 16e eeuw, uit 1855, op dat de hymne verscheen in een Wittenberg-gezangboek van Nikolaus Herman uit 1560, Die Sonntagsevangelia über das Jahr in Gesänge verfasset für die Kinder und christlichen Hausväter (De zondagsevangeliën door het jaar heen in liedjes geschreven voor de kinderen en christelijke vaders). Het kwam met de kop "Die Passion / unsers HERRN Jhesu / Christi, Im Thon, Kompt her zu mir / spricht Gottes son, etc. Oder, / Ich hab mein sach zu Gott / gestellt, etc." ("De Passie / van onze Heer Jezus / Christus, op de melodie, Kompt her zu mir ...).
Terwijl de eerste publicatie twee melodieën vermeldde waarop de woorden gezongen konden worden ("Kommt her zu mir, spricht Gottes Sohn" en "Ich hab mein Sach zu Gott gestellt"), verscheen de melodie die vandaag de dag bij de tekst hoort voor het eerst in Görlitz in 1611. De hymne is samen met deze melodie opgenomen in het gezangboek van Gottfried Vopelius op pagina 140. Johann Hermann Schein componeerde een koorzetting als onderdeel van zijn Cantional, oder Gesangbuch Augsburgischer Konfession in 1627. Johann Sebastian Bach componeerde een vierstemmige zetting, BWV 285, die zonder tekst is.[1][3] Het werd gepubliceerd als nr. 196 in de verzameling koralen van Johann Philipp Kirnberger und Carl Philipp Emanuel Bach. Bachs biograaf Philipp Spitta rekent de hymnemelodie tot een van de weinige die aan Bach worden toegeschreven. Hij meldt dat de vierstemmige zetting verscheen in Balthasar Reimanns Hirschberg-koraalboek uit 1747.





Da der Herr Christ zu Tische saß,
zuletzt das Osterlämmlein aß,
und wollt von hinnen scheiden,
sein Jüngern treulich er befahl,
dass man allzeit verkünd'gen soll
sein Tod und bitter Leiden.


De auteur afgebeeld op de titelpagina 
van Die Sonntagsevangelia, waarin de hymne 
in 1560 verscheen















 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

BWV 404 ‘O Traurigkeit, o Herzeleid’

BWV 404  ‘O Traurigkeit, o Herzeleid’ (in A mineur) Tekst :                        Vs 1 Friedrich Spee (1628),                              ...