donderdag 23 januari 2025

BWV 258 Wo Gott der Herr nicht bei uns hält

 

BWV 258 Wo Gott der Herr nicht bei uns hält ( in b klein)

Jaar van deze compositie uiterlijk 1725. Gebaseerd op Psalm 124: 7 en 8.

Wo Gott der Herr nicht bei uns hält,
wenn unsre Feinde toben,
und er unser Sach nicht zufällt
im Himmel hoch dort oben,
wo er Israel Schutz nicht ist
und selber bricht 
der Feinde List,
so ists mit uns verloren.

Tekst is tevens openingskoor van cantate BWV 178 "Wo Gott der Herr nicht bei uns hält".

Tekst: Justus Jonas (1524) Melodie: Wittenberg 1524

Beeld van Justus Jonas in de 
Slotkerk van Wittenberg.

Justus Jonas, de Oudere (5 juni 1493 - 9 oktober 1555), of kortweg Justus Jonas, was een Duitse lutherse theoloog en hervormer. Hij was een jurist, professor en hymneschrijver. Hij is vooral bekend om zijn vertalingen van de geschriften van Maarten Luther en Philipp Melanchthon. Hij vergezelde Maarten Luther in zijn laatste momenten. Jonas werd geboren in Nordhausen in het huidige Thüringen, waar hij de zoon was van de burgermeester. Zijn geboortenaam was Jodokus (Jobst) Koch, die hij veranderde volgens de gangbare gewoonte van Duitse geleerden in de zestiende eeuw, toen hij aan de Universiteit van Erfurt studeerde. Hij ging in 1506 naar die universiteit, studeerde rechten en geesteswetenschappen en werd Master of Arts in 1510. In 1511 ging hij naar de Universiteit van Wittenberg, waar hij zijn bachelordiploma rechten behaalde. Hij keerde in 1514 of 1515 terug naar Erfurt in Thüringen en werd tot priester gewijd. In 1518 werd hij benoemd tot kanunnik van de St. Severuskerk (Severikirche) in Erfurt, een collegiale kerk. In 1519 werd hij rector van de universiteit van Erfurt. In 1521 werd hij benoemd tot Probst van de Allerheiligenkerk (Schlosskirche) in Wittenberg en hoogleraar kerkrecht aan de universiteit van Wittenberg. Van 1541 tot 1546 was hij superintendent en hoofdpastoor in Halle. Zijn grote bewondering voor Erasmus leidde hem eerst naar Griekse, Hebreeuwse en Bijbelse studies, en zijn verkiezing in mei 1519 tot rector van de universiteit werd beschouwd als een triomf voor de aanhangers van de Nieuwe Leer. Het was echter pas na het Leipzigse dispuut met Johann Eck dat Maarten Luther zijn loyaliteit won. Hij vergezelde Luther naar de Rijksdag van Worms in 1521 en werd daar benoemd tot hoogleraar canoniek recht in Wittenberg. Tijdens Luthers verblijf in de Wartburg was Jonas een van de meest actieve hervormers van Wittenberg. Hij wijdde zich aan preken en polemieken en hielp de Reformatie met zijn gave als vertaler, waarbij hij de werken van Luther en Melanchthon naar het Duits of Latijn vertaalde, en zo een soort dubbelganger van beide werd. Jonas hielp Luther ook met zijn vertaling van de Bijbel in het Duits. Een van de acht hymnen in het eerste Lutherse hymneboek wordt aan hem toegeschreven, In Jesu Namen wir heben an (In de naam van Jezus beginnen we), dat in 1524 verscheen met vier hymnen van Maarten Luther en drie van Paulus Speratus. Zijn hymne Wo Gott der Herr nicht bei uns hält, een parafrase van Psalm 124, werd in 1524 gepubliceerd in het Enchiridion van Erfurt. Het werd door verschillende componisten gebruikt als basis voor orgel- en koormuziek, waaronder Bachs koraalcantate BWV 178. Jonas was de volgende twintig jaar druk bezig met conferenties (waaronder een prominente rol in de Reformatieconferenties in Marburg (1529) en Augsburg (1530)) en bezoeken, en met diplomatiek werk met de vorsten.[4] In de herfst van 1531 publiceerde Jonas een Duitse vertaling van de Apologie van de Augsburgse Confessie en in 1541 begon hij een succesvolle predikingskruistocht in Halle, waar hij in 1542 of 1544 toezichthouder werd van de kerken en priester in de Marktkirche Unser Lieben Frauen in de stad Halle, Saksen-Anhalt. Maarten Luther werd ernstig ziek en bezocht zijn vriend tijdens Kerstmis in 1545. Jonas was aanwezig bij Luthers sterfbed in Eisleben en hield de begrafenispreek; in een processie werd Luthers lichaam naar Halle gebracht en begraven in Wittenberg. In hetzelfde jaar werd Jonas door Maurits, hertog van Saksen, uit het hertogdom verbannen. Vanaf die tijd tot aan zijn dood kon Jonas geen bevredigend leven leiden. Hij zwierf van plaats tot plaats om te prediken en ging uiteindelijk naar Eisfeld, Thüringen (1553), waar hij stierf op 62-jarige leeftijd.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten

BWV 404 ‘O Traurigkeit, o Herzeleid’

BWV 404  ‘O Traurigkeit, o Herzeleid’ (in A mineur) Tekst :                        Vs 1 Friedrich Spee (1628),                              ...