BWV 260 Allein Gott in der Höh sei Ehr (in G groot)
Allein Gott in der Höh' sei Ehr'
Und Dank für seine Gnade,
Darum daß nun und nimmermehr
Uns rühren kann kein Schade.
Ein Wohlgefall'n Gott an uns
hat,
Nun ist groß' Fried' ohn' Unterlaß,
All' Fehd' hat nun ein Ende.
Allein Gott in der Höh sei Her, BWV 260 Ton Koopman · Amsterdam Baroque Choir
Allein Gott in der Höh' sei Ehr', BWV 260 · Chamber Choir of Europe & Nicol Matt
Tekst: Nikolaus Decius (1523) Melodie: naar gregoriaans
Nikolaus Decius, andere naamvormen Nikolaus Tech, Tecius,
Degius, Deeg, Teach, Hovesch, een curie (* rond 1485 in Hof (Saale); † na 1546)
was een Duitse monnik, predikant, cantor, hymneschrijver en Pruisisch
hervormer.
Decius bezocht de Latijnse school van de Franciscanen in zijn geboortestad en
schreef zich in 1501 in aan de Universiteit van Leipzig. Nadat hij in 1506 zijn
Baccalaureus artium had behaald, werd hij benedictijner monnik. Vanaf 1515
werkte hij als predikant in het klooster in Braunschweig en van 1519 tot 1522
als predikant in het Augustijnenklooster Steterburg in Salzgitter. Vervolgens
werd hij stadsschoolmeester in Hannover en keerde hij korte tijd terug naar
Braunschweig om daar les te geven aan de Ägidienschule. Tijdens zijn periode
als predikant schreef hij een stichtelijk boek in het Nederduits en liturgische
Nederduitse gezangen.
In het wintersemester van 1523/24 ging hij naar Wittenberg om theologie te
studeren onder Maarten Luther, door wiens ideeën hij werd beïnvloed. Op advies
van Luther volgde hij de roeping van hertog Bogislaw van Pommeren om als
predikant naar Stettin te komen. Hier hielp hij Paul vom Rode bij het invoeren
van de Reformatie tot 1527.
Vervolgens vertrok hij naar Oost-Pruisen. Hij werd diaken in Liebstadt en
vervolgens leraar aan de Latijnse school in Bartenstein. In 1534 werd hij
diaken in Mühlhausen in Oost-Pruisen en zorgde hij voor ontheemde Nederlandse
vluchtelingen die zich daar vestigden vanwege hun gereformeerde geloof; Hijzelf
werd beïnvloed door het gereformeerde gedachtegoed. In 1540 werd hij door
Albrecht I van Brandenburg-Ansbach naar Koningsbergen gehaald als hofprediker
en assistent-cantor. In 1543 keerde hij als predikant terug naar Mühlhausen. In
1546 verliet hij de plaats en daarna is zijn spoor verdwenen.
Opvallend is dat Luther Decius na zijn vertrek uit Wittenberg niet meer
vermeldt en dat de liederen van Decius in Luthers gedrukte verzamelingen
ontbreken. De neiging van Decius tot het Zwinglianisme wordt als een mogelijke
reden gezien.
Tot zijn nalatenschap behoren kerkliederen die nog steeds in het protestantse
gezangboek te vinden zijn. Ze behoren tot de eerste creaties van de opkomende
protestantse kerk en waren bedoeld om de Latijnse liturgische elementen van het
Gloria, Sanctus en Agnus Dei van de Romeinse mis te vervangen. Ook vandaag de
dag zijn “Ere zij God in den hoge” en “O Lam Gods, onschuldig geslacht aan de
stam van het kruis” niet alleen gebruikelijk in protestantse kerkdiensten. Het
koraal “O Lamm Gottes unschuldig …” is in een herziene vorm te vinden in het
openingsdubbelkoor van de Matthäus-Passion van J. S. Bach.
De liederen van zijn hand behoren tot de oudste liederen van de
reformatie.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten