Instrumentale muziek
Instrumentale muziek kwam echter opnieuw op de voorgrond in de jaren 1740. Bach was rond 1739-1742 begonnen met het doornemen van zijn oudere orgelkoralen, waarschijnlijk na de voltooiing van Clavier-Übung III. Sommige van de Weimar-stukken werden uitgebreid herwerkt en verzameld in een nieuwe manuscriptencollectie (de ‘18’, BWV 651-668).
Deze herzieningen zijn mogelijk ondernomen met het oog op de latere verschijning van de koralen in druk, zoals gebeurde met de zes koralen op delen uit cantates (de ‘Schübler-koralen’) rond 1748. Blijkbaar was Bach in de laatste maanden van zijn leven nog bezig met het werken aan de koralen. Het kopiëren van een dictee van het koraal Vor deinen Thron BWV 668, later onderwerp van een legende, beperkte zich in feite waarschijnlijk tot een verbetering van een bestaand werk (het koraal BWV 641 uit het Weimar Orgel-Büchlein).
J.S. Bach BWV 641 "Wenn wir in höchsten Nöten sein" D. Seeger
Bach behield zijn interesse in orgelbouw tot het laatst. Alleen al in 1746 vonden er twee belangrijke keuringen en ingebruiknames van orgels plaats: op 7 augustus in Zschortau en op 26-29 september in Naumburg. Bachs beoordeling van het grote Zacharias Hildebrandt-orgel in de Wenzelskirche in Naumburg was een van zijn belangrijkste. Hij onderwierp instrumenten gewoonlijk aan de meest grondige onderzoeken, zowel naar hun technische betrouwbaarheid als naar hun klankkwaliteit. Hij had ook een kritische interesse getoond in de piano's die Gottfried Silbermann in de jaren 1730 bouwde, en stelde wijzigingen voor in het mechanisme die Silbermann kennelijk overnam. Hoe dan ook, Bach prees Silbermanns latere piano's en promootte hun verkoop (een ontvangstbewijs voor een verkocht exemplaar aan Polen, gedateerd 6 mei 1749, is bewaard gebleven). Bij zijn bezoek aan Potsdam in 1747 speelde hij op een reeks Silbermann-piano's van het nieuwere type die door het Pruisische hof waren gekocht.
Het bezoek aan het hof van Frederik de Grote in mei 1747 is een van de meest opmerkelijke biografische gebeurtenissen in Bachs overigens weinig spectaculaire leven. De uitnodiging kwam waarschijnlijk via graaf Keyserlingk, die toen in Berlijn was. Bachs ontmoeting met Frederik begon op 7 mei in het paleis van Potsdam tijdens de kamermuziek die elke avond van het hofleven daar een vast onderdeel was.
Schloss Sanssouci - Potsdam
Het paleis, Schloss Sanssouci was in 1747 in gebruik genomen door Frederik de Grote. Geheel terzijde: Frederik de Grote liet op het terras van het kasteel een grafkeldertje voor zichzelf en zijn geliefde hazewindhonden bouwen. De koning hield niet van kerken, en wees tijdens wandelingen op het terras vaak spottend naar de lege groeve met de opmerking "quand je suis là, je suis sans soucis". (Frans:"Als ik daar ben, ben ik zonder zorgen"). Na veel omzwervingen werd de kist van de koning pas in 1991 onder het terras begraven.Bachs uitvoering op de piano van een opmerkelijke improvisatie op een thema dat door de koning was aangeleverd, werd algemeen toegejuicht. De volgende dag gaf Bach een orgelrecital in de Heiliggeistkirche in Potsdam en tijdens de kamermuziek die avond improviseerde hij een zesdelige fuga op een thema van hemzelf. Hij bezocht ook het nieuwe operagebouw van Berlijn en ging mogelijk orgels bekijken in Potsdam en Berlijn. Bij zijn terugkeer in Leipzig, waarschijnlijk half mei, werkte hij ijverig aan een ‘uitwerking van het fugathema van de koning van Pruisen’, beginnend met het opschrijven van de fuga die hij had geïmproviseerd (een driedelige ricercare), die hij, terwijl hij in Potsdam was, had aangekondigd te zullen drukken. Maar hij besloot nu tot een groter project en onder de titel Musikalisches Opfer (‘Muzikaal Offer’) (BWV 1079) (Zie blog 2 januari 2025, Leipzig (16))bereidde hij een werk in verschillende delen voor, opgedragen aan Frederik de Grote; dit werk werd eind september (Michaelmas) 1747 in zijn geheel gedrukt. Het koninklijke thema dient als basis voor alle delen (twee ricercares, in drie en zes delen, voor klavier; een triosonate voor fluit, viool en continuo; en verschillende canons voor fluit, viool en continuo met klavecimbel obligaat).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten