Berlijn en Dresden 1741
In augustus 1741 ging Bach naar Berlijn, waarschijnlijk om C.P.E. Bach die in 1738 was benoemd tot hofklavecinist van kroonprins Frederik van Pruisen (later Frederik de Grote).
Carl Philipp Emanuel Bach
In de twee voorgaande jaren had Bach korte reizen gemaakt naar Halle (begin 1740) en Altenburg (september 1739; hij gaf een recital op het nieuwe Trost-orgel in de kasteelkerk). In november 1741 volgde een verdere reis, dit keer naar Dresden, waar hij graaf von Keyserlingk bezocht. In hetzelfde jaar, waarschijnlijk in het najaar, verscheen de ‘Aria met 30 Variaties’, de zogenaamde Goldbergvariaties (BWV 988), in druk.
Bachs bezoek aan Dresden ligt misschien ten grondslag aan de anekdote die Forkel vertelt, volgens welke de variaties in opdracht van de graaf zijn gemaakt als middel om slapeloze nachten te verzachten, maar het ontbreken van enige formele toewijding in de oorspronkelijke uitgave suggereert dat het werk niet is gecomponeerd om een commissie. Het is daarentegen denkbaar dat de graaf na publicatie een kopie van het werk ontving voor gebruik door zijn jonge vaste klavecinist J.G. Goldberg, een leerling van zowel J.S. en W.F. Bach. In zijn eigen exemplaar (dat pas in 1975 aan het licht kwam) voegde Bach rond 1747-1748 een serie van veertien raadselachtig genoteerde canons op de bas van de Aria toe (BWV 1087).
Zij leggen een bijzonder en individueel accent op de canonieke schriftuur die hem in die periode zo intensief bezighield.
Op 30 augustus 1742 werd op het landgoed Kleinzschocher bij Leipzig een ‘Cantata burlesque’ (bekend als de Boerencantata, BWV 212) uitgevoerd ter ere van de nieuwe landheer, Carl Heinrich von Dieskau; dit werk is uniek in Bachs werk vanwege zijn volkse manier van doen (behalve misschien het quodlibet in de Goldbergvariaties (BWV 988)).
Slot Kleinzschocher
Uit de zeer actuele kenmerken van delen van het werk blijkt dat Bach niet alleen goed op de hoogte was van de muzikale mode van die tijd, maar ook elementen van de stijl van de jongere generatie voor zijn eigen doeleinden wist aan te passen (zoals hij ook deed in het derde deel van de triosonate uit het Muziekaanbod (BWV 1079)).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten