zondag 12 oktober 2025

BWV 519 ‘Hier lieg ich nun, o Vater aller Gnaden’

Klavierbüchlein für Anna Magdalena Bach


BWV 519 ‘Hier lieg ich nun, o Vater aller Gnaden’

Tekst:                  Johann Arndt
Melodie:              onbekend

Op Internet heb ik alleen deze uitvoering kunnen vinden. Tekst van het tweede couplet wijkt af van het origineel.


Hier lieg ich nun, o Vater aller Gnaden,
vor deinem Thron mit Sündenlast beladen,
mein eigen Herz schilt mich ins Angesicht,
doch schrei ich noch: Ach Gott, verstoß mich nicht!

Hier lieg ich nun, mein Gott, zu deinen Füßen,
ach lasse mich der süssen Huld geniessen,
mit welcher du die Deinen oft erquickst,
und ihnen Licht, Trost, Freud und Kraft zuschickst.

 

Johann Arndt (hymneschrijver), geboren: 27 december 1555 - Ballensted, Anhalt, overleden: 11 mei 1621Celle, Nederssaksen.
De Duitse lutherse theoloog Johann Arndt studeerde aan verschillende universiteiten. Hij was in 1576 in Helmstadt; in 1577 in Wittenberg. In Wittenberg was de cryptocalvinistische controverse toen op zijn hoogtepunt en hij koos de kant van Philipp Melanchthon en de cryptocalvinisten. Hij zette zijn studie voort in Straatsburg, bij de hoogleraar Hebreeuws, Johannes Pappus, een ijverig lutheraan wiens levenswerk de gewelddadige onderdrukking van de calvinistische prediking en eredienst in die tijd was, en die grote invloed op hem had. In Bazel studeerde hij opnieuw theologie bij Simon Sulzer, een ruimdenkende theoloog met lutherse sympathieën, wiens doel het was de kerken van de Helvetische en Wittenbergse belijdenis met elkaar te verzoenen. In 1581 keerde hij terug naar Ballenstedt, maar werd al snel weer tot het actieve leven teruggeroepen door zijn benoeming tot predikant in Badeborn in 1583. Na verloop van tijd wekten zijn lutherse neigingen woede op bij de autoriteiten, die tot de gereformeerde kerk behoorden. Daarom werd hij in 1590 afgezet omdat hij weigerde enkele voorwerpen uit zijn kerk te verwijderen en het gebruik van exorcisme bij de doop te staken. Hij vond een asiel in Quedlinburg (1590) en werd vervolgens in 1599 overgebracht naar de Martinuskerk in Brunswijk. Arndts roem berust op zijn geschriften. Deze waren voornamelijk mystiek en devotioneel van aard en werden geïnspireerd door St. Bernard, J. Tauler en Thomas a Kempis. Zijn belangrijkste werk, Wahres Christentum (1606-1609), dat in de meeste Europese talen is vertaald, heeft gediend als basis voor vele devotieboeken, zowel rooms-katholiek als protestants. Arndt belicht hier de mystieke verbintenis tussen de gelovige en Christus en probeert, door de aandacht te vestigen op Christus' of e in zijn volk, de puur forensische kant van de reformatorische theologie te corrigeren, die bijna uitsluitend aandacht besteedde aan het kleine anonieme boekje Deutsche Theologie. Hij publiceerde er een editie van en besteedde in een speciaal voorwoord aandacht aan de verdiensten ervan. Na Wahres Christentum is zijn bekendste werk Paradiesgartlein aller christlichen Tugenden, dat in 1612 werd gepubliceerd. Verschillende van zijn preken zijn gepubliceerd in R. Nesselmanns Übers. ü. die Entw. d. chr. Predigt (1858). Arndt heeft altijd een zeer hoge reputatie gehad bij de Duitse piëtisten. De grondlegger van het piëtisme, Philipp Jakob Spener, vestigde herhaaldelijk de aandacht op hem en zijn geschriften en ging zelfs zo ver dat hij hem met Plato vergeleek. Een verzamelde uitgave van zijn werken werd in 1734 in Leipzig gepubliceerd.

Johann Arndt




 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

BWV 584 ‘Trio in g klein’

Orgelwerken Opnieuw een redelijk kort orgelwerk. Fragment BWV 584 Trio in G Minor · Marie-Claire Trio in G Minor · Michel Chapuis Trio in G...