Klavierbüchlein für Anna Magdalena Bach
BWV 519 ‘Hier lieg ich nun, o Vater aller Gnaden’
Tekst: Johann Arndt
Melodie: onbekend
Op Internet heb ik alleen deze uitvoering kunnen vinden. Tekst van het tweede couplet wijkt af van het origineel.
Hier lieg ich nun, o Vater aller Gnaden,
vor deinem Thron mit Sündenlast beladen,
mein eigen Herz schilt mich ins Angesicht,
doch schrei ich noch: Ach Gott, verstoß mich nicht!
Hier lieg ich nun, mein Gott, zu deinen Füßen,
ach lasse mich der süssen Huld geniessen,
mit welcher du die Deinen oft erquickst,
und ihnen Licht, Trost, Freud und Kraft zuschickst.
Johann Arndt (hymneschrijver), geboren: 27 december
1555 - Ballensted, Anhalt, overleden: 11 mei 1621Celle, Nederssaksen.
De Duitse lutherse theoloog Johann Arndt studeerde aan verschillende
universiteiten. Hij was in 1576 in Helmstadt; in 1577 in Wittenberg. In
Wittenberg was de cryptocalvinistische controverse toen op zijn hoogtepunt en
hij koos de kant van Philipp Melanchthon en de cryptocalvinisten. Hij zette
zijn studie voort in Straatsburg, bij de hoogleraar Hebreeuws, Johannes Pappus,
een ijverig lutheraan wiens levenswerk de gewelddadige onderdrukking van de
calvinistische prediking en eredienst in die tijd was, en die grote invloed op
hem had. In Bazel studeerde hij opnieuw theologie bij Simon Sulzer, een
ruimdenkende theoloog met lutherse sympathieën, wiens doel het was de kerken
van de Helvetische en Wittenbergse belijdenis met elkaar te verzoenen. In 1581
keerde hij terug naar Ballenstedt, maar werd al snel weer tot het actieve leven
teruggeroepen door zijn benoeming tot predikant in Badeborn in 1583. Na verloop
van tijd wekten zijn lutherse neigingen woede op bij de autoriteiten, die tot
de gereformeerde kerk behoorden. Daarom werd hij in 1590 afgezet omdat hij
weigerde enkele voorwerpen uit zijn kerk te verwijderen en het gebruik van
exorcisme bij de doop te staken. Hij vond een asiel in Quedlinburg (1590) en
werd vervolgens in 1599 overgebracht naar de Martinuskerk in Brunswijk. Arndts
roem berust op zijn geschriften. Deze waren voornamelijk mystiek en devotioneel
van aard en werden geïnspireerd door St. Bernard, J. Tauler en Thomas a Kempis.
Zijn belangrijkste werk, Wahres Christentum (1606-1609), dat in de meeste
Europese talen is vertaald, heeft gediend als basis voor vele devotieboeken,
zowel rooms-katholiek als protestants. Arndt belicht hier de mystieke
verbintenis tussen de gelovige en Christus en probeert, door de aandacht te
vestigen op Christus' of e in zijn volk, de puur forensische kant van de
reformatorische theologie te corrigeren, die bijna uitsluitend aandacht
besteedde aan het kleine anonieme boekje Deutsche Theologie. Hij publiceerde er
een editie van en besteedde in een speciaal voorwoord aandacht aan de
verdiensten ervan. Na Wahres Christentum is zijn bekendste werk
Paradiesgartlein aller christlichen Tugenden, dat in 1612 werd gepubliceerd.
Verschillende van zijn preken zijn gepubliceerd in R. Nesselmanns Übers. ü. die
Entw. d. chr. Predigt (1858). Arndt heeft altijd een zeer hoge reputatie gehad
bij de Duitse piëtisten. De grondlegger van het piëtisme, Philipp Jakob Spener,
vestigde herhaaldelijk de aandacht op hem en zijn geschriften en ging zelfs zo
ver dat hij hem met Plato vergeleek. Een verzamelde uitgave van zijn werken
werd in 1734 in Leipzig gepubliceerd.



Geen opmerkingen:
Een reactie posten