zaterdag 7 juni 2025

BWV 392 Nun ruhen alle Wälder


BWV 392 Nun ruhen alle Wälder (in Bes majeur)

Tekst                Paul Gerhardt (1647)
Melodie:             
Heinrich Isaac ca 1495

Deze melodie zal de komende dagen worden herhaald in een andere zetting. Bach gebruikte die koraalmelodie op verschillende plaatsen, met verschillende teksten en in steeds weer andere harmonische versies. De komende dagen worden de verschillende vierstemmige koralen in de blog opgenomen. Maar ook in diverse cantates en bijvoorbeeld de Johannes Passion komt dezelfde melodie weer terug. Of der melodie echt een compositie van Heinrich Isaac is, staat niet helemaal vast. Zijn publicatie ervan in een vierstemmige zetting heeft de melodie zonder meer erg populair gemaakt.








Nun ruhen alle Wälder,
Vieh, Menschen, Städt' und Felder,
Es schläft die ganze Welt;
Ihr aber, meine Sinnen,
Auf, auf, ihr sollt beginnen,
Was eurem Schöpfer wohlgefällt!

Wo bist du, Sonne, blieben?
Die Nacht hat dich vertrieben,
Die Nacht, des Tages Feind.
Fahr hin! Ein' andre Sonne,
Mein Jesus, meine Wonne,
Gar hell in meinem Herzen scheint.

Der Tag ist nun vergangen,
Die güldnen Sternlein prangen
Am blauen Himmelssaal;
So, so werd' ich auch stehen,
Wenn mich wird heißen gehen
Mein Gott aus diesem Jammertal.

Der Leib eilt nun zur Ruhe,
Legt ab das Kleid und Schuhe,
Das Bild der Sterblichkeit;
Die zieh' ich aus, dagegen
Wird Christus mir anlegen
Den Rock der Ehr' und Herrlichkeit.

Das Haupt, die Füß und Hände
Sind froh, daß nun zum Ende
Die Arbeit kommen sei.
Herz, freu dich, du sollst werden
Vom Elend dieser Erden
Und von der Sündenarbeit frei.

Nun geht, ihr matten Glieder,
Geht hin, und legt euch nieder,
Der Betten ihr begehrt.
Es kommen Stund und Zeiten,
Da man euch wird hereiten
Zur Ruh ein Bettlein in der Erd.

Mein Augen stehn verdrossen,
Im hui sind sie geschlossen,
Wo bleibt denn Leib und Seel?
Nimm sie zu deinen Gnaden,
Sei gut für allen Schaden,
Du Aug und Wächter Israel.

Breit aus die Flügel beide,
O Jesu, meine Freude,
Und nimm dein Küchlein ein!
Will Satan mich verschlingen,
So laß die Englein singen:
Dies Kind soll unverletzet sein!

Auch euch, ihr meine Lieben,
Soll heute nicht betrüben
Kein Unfall noch Gefahr.
Gott laß' euch ruhig schlafen,
Stell' euch die güldnen Waffen
Ums Bett und seiner Helden Schar.

Heinrich Isaac (Componist), geboren: c1445 - Vlaanderen of Brabant, overleden: 26 maart 1517 - Florence, Italië
Heinrich [Henricus] Isaac [Ysaac, Isaak, Ysaak, Ysac, Yzac], [Arrigo d'Ugo, Arrigo Tedesco, Arrigo il Tedesco] was een Frans-Vlaamse (of een Zuid-Nederlandse) componist van de Renaissance. De Latijnse naamvorm ‘Henricus’, hier overgenomen, is te vinden in veel documenten en muzikale bronnen. Isaac was een prominent lid van een groep Frans-Vlaamse muzikanten, waaronder Josquin des Prez, Jacob Obrecht, Pierre de La Rue, Alexander Agricola en anderen, die internationale faam verwierven in de decennia rond 1500 en invloed uitoefenden op de Italiaanse en Europese Renaissance. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste tijdgenoten van Josquin Desprez en had een bijzonder grote invloed op de daaropvolgende ontwikkeling van muziek in Duitsland.
Er is weinig bekend over Heinrich Isaacs vroege leven, maar het is waarschijnlijk dat hij in Vlaanderen werd geboren. Het is bekend dat hij halverwege de jaren 1470 muziek schreef en de eerste documentaire verwijzing naar hem dateert uit 1484, toen hij hofcomponist was in Innsbruck. Het jaar daarop trad hij in dienst van Lorenzo de' Medici in Florence, waar hij organist, koordirigent en leraar was van Lorenzo's kinderen; hij nam deze functie op zich na de dood van Antonio Squarcialupi. In 1494 werden de Medici verbannen uit Florence; het tijdperk van Savonarola begon.
Er werd aangenomen dat Isaac de stad verliet samen met veel muzikanten van het hof van de Medici. In 1497 was Isaac in dienst van keizer Maximiliaan I. Hij reisde veel door Duitsland en wordt gecrediteerd voor zijn grote invloed op Duitse componisten uit die tijd. Volgens recent onderzoek verliet Isaac Florence echter nooit in de zin dat hij er eigendommen bezat en zijn contract met Maximiliaan stelde zelfs dat hij niet te allen tijde bij het keizerlijk hof hoefde te zijn. Hij verliet Florence alleen om zich bij hen aan te sluiten bij speciale gelegenheden.
In 1502 keerde hij terug naar Italië, ging naar Florence en vervolgens naar Ferrara, waar hij met Josquin concurreerde om werk: een beroemde brief van de agent van de familie d'Este vergeleek de twee componisten en zei dat "Isaac van een beter karakter is dan Josquin, en hoewel het waar is dat Josquin een betere componist is, componeert hij alleen wanneer hij dat wil, en niet wanneer hem dat wordt gevraagd; Isaac componeert wanneer je dat van hem wilt." Volgens recent onderzoek concurreerde Isaac echter niet met Josquin om die baan in Ferrara. De hertog vroeg deze hoveling (die geen muzikant was, maar gewoon iemand die beide componisten kende) wie hij moest benaderen. Isaac zocht de baan niet.
Isaac keerde in 1514 terug naar Florence en stierf daar in 1517.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

BWV 404 ‘O Traurigkeit, o Herzeleid’

BWV 404  ‘O Traurigkeit, o Herzeleid’ (in A mineur) Tekst :                        Vs 1 Friedrich Spee (1628),                              ...