
BWV 396 Nun sich der Tag geendet hat (in A mineur)
Melodie: Adam Krieger (1656)
“Nun sich der Tag geendet hat” is een avondlied in samengestelde tekst van negen vierregelige strofen van componist Adam Krieger (1634-1666), strofe 1 (1665); Johann Friedrich Hertzog (1647-1699, strofen 2-7 en 9 (1622); en een Leipzigse toevoeging, strofe 8 (1693), op de melodie van Adam Krieger (1665). J.S. Bach zette dit gebed van bescherming en acceptatie op een eenvoudige koraal, BWV 396.
Nun sich der Tag geendet hat
Und keine Sonn mehr scheint.
Schläft alles, was sich abgematt'
Und was zuvor geweint.
Nur du, mein Gott, hast keine Rast,
Du schläfst noch schlummerst nicht;
Die Finsternis ist dir verhasst,
Weil du bist selbst das Licht.
Gedenke, Herr, doch auch an mich |
In dieser schwarzen Nacht
Und schenke du mir gnädiglich
Den Schutz von deiner Wacht.
Wend ab des Satans Wütherei
durch deiner Engel Schaar,
so bin ich aller Sorgen frei
und bringt mir nichts Gefahr.
Zwar fühl ich wohl der Sünden Schuld,
Die mich bei dir klagt an;
Ach, aber deines Sohnes huld
Hat gnung für mich getan.
Den setz ich dir zum Bürgen ein,
Wenn ich muss vors Gericht;
Ich kann ja nicht verloren sein
In solcher Zuversicht.
Weicht, nichtige Gedanken, hin,
Wo ihr habt euren Lauf,
Ich baue jetzt in meinem Sinn
Gott einen Tempel auf.
Drauf tu ich meine Augen zu
Und schlafe fröhlich ein,
Mein Gott wacht jetzt in meiner Ruh;
Wer wollt doch traurig sein?
Soll diese Nacht die letzte sein
In diesem Jammertal,
So führ mich, Herr, in' Himmel ein
Zur Auserwählten Zahl.
Und also
leb und sterb ich dir,
Du Herre Zebaoth;
Im Tod und Leben hilfst du mir
Aus aller Angst und Not.
Adam Krieger (Componist, Hymne-schrijver), geboren: 7
januari 1634 - Driesen, Neumark, Pruisen (nu Drezdenko, Polen), overleden: 30
juni 1666 - Dresden, Saksen.
Adam Krieger was een Duitse componist.
Geboren in Driesen, Neumark. Woonde van 1650 of 1651 in Leipzig als parttime
student en prominente muzikale figuur binnen studentenkringen, mogelijk
studeerde hij ook orgel bij Samuel Scheidt in Halle. Hij volgde Johann
Rosenmüller op als organist aan de Nikolaikirche in Leipzig (1655-1657). Naar
verluidt richtte hij een Collegium Musicum op in Leipzig. In 1657 werd hij
benoemd tot klavierdocent aan de dochter van keurvorst Johann Georg II in
Dresden en deed hij tevergeefs een poging om Thomaskantor te worden. Hij werd
kamer- en hoforganist in Dresden in 1659 en bekleedde deze functie tot aan zijn
dood.
Adam Krieger componeerde en verzon talloze liederen. Hij leidde figuratieve
muziek en componeerde ook verschillende gelegenheidswerken. Zijn roem berust op
zijn pioniersrol in de ontwikkeling van het sololied. Zijn eerste bundel
liederen Arien von einer, zwey, und drei Vocal-Stimmen verscheen in 1657; ze
worden gekenmerkt door eenvoudige volksachtige melodieën. Een tweede
publicatie, Neue Arien (Dresden, 1667, uitgebreid 1676), werd na zijn dood
samengesteld door hofdichter D. Schirmer en componist J. W. Furchheim, waarbij
laatstgenoemde verschillende ritornellen schreef voor de tweede editie. De
bundel van Arien (1667) is bewaard gebleven en is bewerkt in deel 19 van
Denkmäler deutscher Tonkunst. Zijn invloed via deze bundels duurde voort tot in
de 18e eeuw. Zijn bekendste lied is "Nun sich der Tag geendet hat",
dat te vinden is in het liedboek van de Lutherse kerk.
Johann Friedrich Hertzog (hymneschrijver), geboren: 6 juni
1647 - Dresden, Saksen, overleden: 21 maart 1699 - Dresden, Saksen.
Johann Friedrich Hertzog [Herzog], LL.D., was de zoon van Johann Hertzog,
diaconus van de Kerk van het Heilige Kruis in Dresden en Barbara Sabine
Hertzog; broer van Anna Sabina Hertzog; Johann Christian Hertzog; Johann
Christoph Hertzog; Euphrosyna Maria Pfeiffer; Johann Siegismund Hertzog en 3
anderen. Na het voltooien van zijn rechtenstudie aan de Universiteit van
Wittenberg was hij van 1671 tot 1674 leraar van de zonen van generaal-luitenant
von Arnim. In 1674 keerde hij terug naar Dresden om als advocaat te werken,
waar hij op 21 maart 1699 overleed (Koch, iii. 361-63; Allgemeine Deutsche
Biographie, xii. 251). Hij was getrouwd met Maria Salome Hertzog
De hymne van Johann Friedrich Hertzog: Nun sich der Tag geendet hat, Und keine
Sonn mehr scheint. Volgens de getuigenis van Hertzogs broer, deze hymne op een
avond in 1670 werd geschreven toen de auteur nog student was in Wittenberg. Hertzog
lijkt deze strofe te hebben overgenomen en er acht andere aan toe te hebben
gevoegd, waarbij de vorm in 9 st. te vinden is in Luppius' Andächtig Singender
Christen-Mund, Wesel, 1692, p. 123, in 9 strofen. Opgenomen als nr. 622 in
Freylinghausen's Geistreiches Gesang-Buch, 1704, met een 10e st., die volgens
Fischer voor het eerst verscheen in het Leipziger Gesang-Buch, 1693. Ook in de
Unverfälschter Liedersegen, 1851, nr. 530. Het werd snel populair, werd vaak
geïmiteerd en heeft nog steeds zijn plaats als een van de beste Duitse
avondhymnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten