donderdag 24 juli 2025

BWV 439 'Ach, daß nicht die letzte Stunde'


 Schemellis Gesangbuch

Schemellis Gesangbuch is de algemene naam van een verzameling geestelijke liederen met de titel Musicalisches Gesang-Buch, gepubliceerd in Leipzig in 1736 door Georg Christian Schemelli, waaraan Johann Sebastian Bach heeft bijgedragen. Hoe groot die bijdrage is geweest staat ter discussie.

De teksten zijn geschreven in de traditie van het piëtisme en waren waarschijnlijk bedoeld voor privégebruik. Slechts 68 van de nummers zijn voorzien van muziek, een melodie en een baslijn. Veel melodieën lijken op eenvoudige aria's. Van drie liederen lijkt het auteurschap van Bach zeker: 'Dir, dir Jehova, will ich singen', BWV 452, 'Komm, süßer Tod', BWV 478, en 'Vergiss mein nicht, vergiss mein nicht', BWV 505. Voor het overige gaat men ervan uit dat Bach wel bij de harmonisatie van de melodie betrokken is geweest.

BWV 439  'Ach, daß nicht die letzte Stunde'

Tekst:                  Erdmann Neumeister (1705)
Melodie:             Onbekend





Ach, dass nicht die letzte Stunde
Meines Lebens heute schlägt!
Mich verlangt von Herzensgrunde,
dass man mich zu Grabe trägt;
denn ich darf den Tod nicht scheuen,
ich bin längst mit ihm bekannt
führt er doch aus Wüsteneien
mich ins das gelobte Land.

Hätte gleich mein ganzes Leben
Friede, Ruh und Sicherheit,
macht die Sünde doch darneben
lauter Unruh, Furcht und Streit.
Diese Plage, dies Verderben
Weicht von mir nicht eher hin,
als bis durch ein sanftes Sterben
Ich bei Gott im Segen bin.

Ach, das Grab in kühler Erde
ist des Himmels Vorgemach,
und wenn ich zu Staube werde,
so zerstäubt mein Weh und Ach;
ja, verlier ich Leib und Glieder,
so verlier ich nichts darbei,
denn Gott machet alles wieder
aus den alten Stücken neu.

Meine Seele zieht indessen
in den Zimmern Gottes ein.
O wer mag die Lust ermessen!
Welche da wird ewig sein;
itzt entzückt mich schon das Sehnen,
was wird erst alsdenn geschehen,
wenn mich Gottes Hand wird krönen,
und ich ihn kann selber sehn?

Ach, ich weiß nichts mehr zu sagen,
denn ich bin ganz außer mir,
kommt, ihr Engel, bringt den Wagen,
führet ihn vor meine Tür,
Ich will fahren, ich will scheiden,
scheiden will ich aus der Welt,
fahren will ich zu den Freuden,
die mein Jesus hat bestellt.

Gute Nacht, ihr Eitelkeiten!
Falsches Leben, gute Nacht!
Gute Nacht, ihr schnöden Zeiten!
Denn mein Abschied ist gemacht.
Weil ich lebe, will ich sterben,
bis die Todesstunde schlägt,
da man mich als Gottes Erben
durch das Grab in Himmel trägt.

Erdmann Neumeister (Librettist), geboren: 12 mei 1671 - Uichteritz, nabij Weißenfels, Saksen, overleden: 18 augustus 1756 – Hamburg.
Als schrijver en theoloog is Erdmann Neumeister van groot belang voor de muziekgeschiedenis vanwege zijn kerkcantateteksten. Hij was tevens theoreticus (hij doceerde poëzie aan de Universiteit van Leipzig in 1695) en predikant, eerst korte periodes in kleinere functies in Saksen en Silezië, en uiteindelijk 40 jaar lang, vanaf 1715, aan de Jacobikirche in Hamburg.
Rond 1695 schreef Neumeister zijn eerste cantateteksten. Ze behoren tot het type dat in de late 17e eeuw gebruikelijk was en bestond uit bijbelverzen, strofische aria's en, af en toe, enkele koraalstrofen. In 1700 publiceerde hij Geistliche Cantaten staff einer Kirchen-Music, die uitsluitend uit recitatieven en 'opera-aria's' bestonden. De titel suggereert dat Neumeister deze niet geschikt achtte voor uitvoering tijdens een normale kerkdienst. Pas in de cycli die in 1711 en 1714 werden gepubliceerd en door Telemann werden gezet, verwerkte Neumeister bijbelteksten en koralen in zijn cantates, waardoor de vormen van de traditionele Duitse kerkmuziek werden vermengd met die van de eigentijdse Italiaanse opera. Deze mengvorm werd echter al in 1704 aan het hof van Meiningen uitgeprobeerd. Anders dan Philipp Spitta en vele latere schrijvers was Neumeister dus niet de uitvinder van het type cantatetekst dat zo belangrijk was voor de verdere ontwikkeling van de protestantse kerkmuziek, hoewel hij duidelijk invloedrijk was bij de invoering ervan.

Erdmann Neumeister



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

BWV 466 ‘Ich halte treulich still’

Schemellis Gesangbuch BWV 466 ‘Ich halte treulich still’ Tekst :                                 Johann Hermann Till (1736) Melodie :      ...