Met het overlijden van keurvorst Friedrich August I van Saksen op 1 februari 1733 begon een periode van vijf maanden van nationale rouw. Het collegium musicum kreeg echter toestemming om medio juni weer met de uitvoeringen te beginnen, toen een nieuw klavecimbel werd geïntroduceerd (mogelijk in de klavecimbelconcerten BWV 1052-1058) (zie blog 26 devember 2024).
Tijdens de rouwperiode componeerde Bach de D-majeurversie van het Magnificat BWV 243, dat waarschijnlijk voor het eerst in Leipzig te horen was toen de rouw op 2 juli eindigde (Visitatie).
J.S. Bach BWV 243 Magnificat Nederlandse Bachvereniging
Bovenal werkte hij aan het Kyrie en het Gloria van de Mis in b-klein (BWV 232), die hij, in de hoop een titel te verkrijgen bij de hofkapelle, aan de nieuwe keurvorst Friedrich August II in Dresden schonk, met een aantekening gedateerd 27 juli 1733, als een Missa in een partij.
Bach BWV 232 "Mis in b klein, 'Hohe Messe'" Nederlandse Bachvereniging
Er zijn aanwijzingen dat de Missa in deze tijd werd uitgevoerd, wellicht in de Sophienkirche in Dresden, waar W.F. Bach sinds juni 1733 als organist werkte. Pas in november 1736 werd Bach echter de titel ‘Hofkomponist’ toegekend, en zelfs toen alleen door tussenkomst van zijn beschermheer Graaf Keyserlingk na een verdere sollicitatiebrief.
Als gebaar van dank betuigde Bach zijn respect aan het koninklijk huis van Dresden en een enthousiast publiek met een twee uur durend orgelrecital op het nieuwe Silbermann-instrument in de Frauenkirche op 1 december 1736.
Na de inwijding van de Missa in juli 1733 hield Bach de belangen van de Saksische koninklijke familie in gedachten met zijn ‘extraordinaire’ concerten van het collegium musicum. Op 3 augustus, de naamdag van de nieuwe keurvorst, begon Bach zijn opmerkelijke reeks wereldlijke cantates van felicitatie en hulde met BWV Anh.12 (muziek verloren), gevolgd door Cantate BWV 213 (5 september, voor de erfgenaam van het keurvorstendom), BWV 214 (8 december, voor de keurvorst), BWV 205a (19 februari 1734, voor de kroning van de keurvorst tot koning van Polen; muziek verloren), een onbekend werk (3 augustus, opnieuw voor de keurvorst), en BWV 215 (5 oktober, ook voor de keurvorst, die bij de uitvoering aanwezig was).
J.S. Bach Cantate BWV 213'Lasst uns sorgen, lasst uns wachen', Il Gardellino
J.S. Bach - Cantata BWV 214 "Tönet, ihr Pauken! Erschallet, Trompeten!" (J.S. Bach Foundation)
J.S. Bach - Cantata BWV 215 "Preise dein Glücke, gesegnetes Sachsen" (J.S. Bach Foundation)
Veel van de feestelijke muziek werd in de open lucht uitgevoerd met prachtige verlichting, en volgens krantenberichten profiteerde de muziek van een klinkende echo. (Op de dag na de uitvoering van BWV 215 stierf Bachs virtuoze trompettist en leider van de Leipziger Stadtpfeifer, Gottfried Reiche, als gevolg van de inspanningen van zijn ambt.) Tijdens het daaropvolgende kerstseizoen gaf Bach de mensen van Leipzig de kans om veel van de muziek uit zijn wereldlijke feestelijke cantates in aangepaste vorm te horen, zoals het Weihnachtsoratorium (BWV 248), dat in zes delen werd gehoord tussen Kerstmis 1734 en Driekoningen 1735 (en voornamelijk bestond uit parodieën op Cantates BWV 213, BWV 214, BWV 215).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten